Voorbehandeling

Een correcte oppervlaktevoorbehandeling van een ondergrond is van essentieel belang voor het presteren van een conserveringssysteem. Het kan het best vergeleken worden met het fundament van een gebouw. Indien het fundament niet functioneert, faalt als direct gevolg de betrouwbaarheid van het gebouw.

icoon waarschuwing

De duurzaamheid van een verfsysteem valt of staat met een juiste voorbehandeling. De inspectie van het resultaat van de voorbehandeling is dan ook met afstand de meest belangrijke controle in het conserveringstraject. In de metaalconserveringsbranche wordt een breed scala aan testmethodieken gebruikt ten behoeve van voorbehandeling. In de industrie worden ISO, NACE, SSPC en andere internationale normen gebruikt. DCC heeft kennis van alle gangbare normen en specificaties en een ruime ervaring in het toepassen van deze normen en methoden voor de beoordeling van zowel oppervlaktereinheid als ook oppervlakteruwheid. Naast corrosiebescherming door middel van coatings en coatingsystemen zijn er ook andere methoden zoals thermisch verzinken en metalliseren (TSA en TSZ). DCC heeft tevens ruime ervaring met deze technieken als het gaat om inspectie.

Bij de start van een project is het belangrijk dat inspecteurs of vertegenwoordigers van opdrachtgevers, aannemers en verfleveranciers dezelfde of voorafgaand aan het project overeengekomen testmethodieken toepassen ter voorkoming van menings- en interpretatieverschillen. Een goede conserveringsspecificatie geeft richting aan o.a. de hoeveelheid uit te voeren testen, de testmethodiek alsmede goed- en afkeurcriteria. 

Reinheid

De duurzaamheid van een verfsysteem voor zowel verfraaiing- als conserveringsdoeleinden valt of staat met de beoogde reinheid van de ondergrond. Reinheid wordt verkregen door het uitvoeren van oppervlakte voorbehandel technieken om roest of oude verflagen te verwijderen. Onvoldoende reinheid heeft directe gevolgen voor de beschermende werking en met name de hechting van een conserveringssysteem. Reinheid kan verkregen worden middels diverse technieken. Hierbij kan gedacht worden aan het chemisch voorbehandelen van ondergronden, waterjetten, hand- of mechanisch ontroesten alsmede droog of nat gritstralen. In een goede conserveringsspecificatie staat de vereiste reinheid omschreven door te verwijzen naar een (inter)nationale normering, zoals bijvoorbeeld ISO 8501-1, ISO 8501-2, NACE 1/SSPC-SP5, NACE 2/SSPC-SP10, NACE 3/SSPC-SP6, NACE 4/SSPC-SP7 of NACE WJ-1/SSPC SP WJ-1. DCC beschikt over de kennis en ervaring om de reinheid van ondergronden te bepalen en de resultaten op juiste wijze te interpreteren op basis van eisen vermeld in een conserveringsspecificatie of richtlijnen opgesteld door verfleveranciers. Klik hier voor een overzicht van de meest gangbare testmethodieken aangaande voorbehandeling.

 

Ruwheid

De duurzaamheid van een verfsysteem voor zowel verfraaiing- als conserveringsdoeleinden is mede afhankelijk van de hechting van het conserveringssysteem op de ondergrond. Deze hechting wordt vooral bepaald door de mate van ruwheid van de ondergrond. Onvoldoende ruwheid heeft directe gevolgen voor met name de hechting van een conserveringssysteem. Ruwheid kan verkregen worden door middel van diverse oppervlakte voorbehandeltechnieken. Sommige van deze technieken produceren echter weinig tot geen ruwheid. Dit heeft gevolgen voor de keuze van verfsystemen. Ruwheid, ook wel genaamd ankerprofiel, kan beschouwd worden als één van de belangrijkste parameters verband houdende met oppervlakte voorbehandeltechnieken. Bepaalde verfproducten zijn, voor wat betreft hun hechting op de ondergrond, volledig afhankelijk van de ruwheid van de ondergrond. Ruwheid kan op diverse manieren worden gemeten. De diverse methoden en eenheden waarmee ruwheid wordt gemeten en waarin de gevonden waarden worden uitgedrukt zorgen vaak voor de nodige verwarring is. DCC beschikt over de kennis, ervaring en geavanceerde apparatuur om ruwheid (ankerprofiel) voordat een verfsysteem wordt aangebracht te bepalen en de resultaten op juiste wijze te interpreteren op basis van eisen vermeld in een conserveringsspecificatie of richtlijnen opgesteld door verfleveranciers. 

Niet zichtbare vervuiling

Ook de mogelijke vervuiling van de ondergrond door niet zichtbare verontreinigingen is van invloed op de levensduur van een conservering. Met niet zichtbare vervuiling wordt bedoeld vervuiling die niet zondermeer met het blote oog waarneembaar is maar wel door middel van specifieke metingen kan worden vastgesteld. Het gaat hier met name om (water)oplosbare vervuiling van de te conserveren ondergrond. Veelal wordt hierbij uitsluitend aan chloriden gedacht, maar oplosbare vervuiling kan van andere bronnen afkomstig zijn. Door het industrieel verbranden van zwavelverbindingen (sulfaten) en uitstoot van stikstofverbindingen (nitraten) welke verband houden met uitlaatgassen alsmede landbouwtoepassingen kunnen andere water oplosbare vervuilingen ontstaan. Niet zichtbare vervuiling op een metalen oppervlak kan resulteren in blaarvorming (osmose) van het aangebrachte conserveringssystemen, met name indien er sprake is van een “immersie” toepassing. De oplosbare zouten hebben de nijging om actief water aan te trekken wat uiteindelijk resulteert in blaarvorming. In geval van roestvast staal kan niet zichtbare vervuiling in de vorm van chloriden één van de voorwaarden  zijn voor het ontstaan van zogenaamde chloriden spanningscorrosie. Niet zichtbare vervuiling kan op diverse manieren gemeten worden, hetgeen daarom meteen aanleiding is voor verwarring. DCC beschikt over de kennis, ervaring en geavanceerde apparatuur om niet zichtbare vervuiling voordat een verfsysteem wordt aangebracht te bepalen en de resultaten op juiste wijze te interpreteren op basis van eisen vermeld in een conserveringsspecificatie of richtlijnen opgesteld door verfleveranciers. 

dikte meeten

Klik hier voor
Overige diensten